Terug
Lammert van der Tonge werd in 1871 in Amsterdam in een joodse familie geboren. Hij overleed in 1937 in Laren. Hij woonde en werkte tot 1903 in Amsterdams en daarna in Laren. Tot zijn 23ste jaar was Van der Tonge leerling van Eduard Frankfort, daarna volgde hij een klassieke opleiding aan de Rijks Akademie te Amsterdam, o.l.v. professor August Allabe en van C.L. Dake, N. van der Waay en R Stang.
Bij de laatste volgde hij etslessen.Hij behoorde tot de gelukkigen aan wie een Koninklijke subsidie werd toegekend, waardoor zijn bestaan vanaf 1902 minder onzeker werd. Het jaar daarop vertrok hij naar Laren als een van die schilders die daar hun geluk gingen beproeven met het schilderen van huiselijke taferelen bij de mensen thuis. Af en toe pakte hij zijn schilderspullen bij elkaar en trok hij naar Drente, Gelderland en Noord-Brabant op zoek naar dezelfde motieven. Hij liet zich ook wel eens verleiden tot het schilderen van een landschap of een portret. Maar zijn interieurs van moeders met kinderen in olieverf of aquarel scoorden het hoogst. Ze waren te bewonderen op tentoonstellingen van Arti, Snt Lucas, bij Laren-Blaricum en natuurlijk Hamdorff.
Evenals zijn grote voorbeelden liet hij bij zijn atelier een compleet Larens stulpje bouwen, want de rommel, het lawaai, en het gebrek aan comfort in de Larense boerderijen hield hij al gauw voor gezien. Zijn beste interieurs, losgeschilderd en met een prachtige lichtval, benaderen die van Neuhuys en Kever. Door de verkoop aan het buitenland, met de Larensche Kunsthandel als intermediair, ging hij behoren tot de Larense schilderfabriek. Na het ter ziele gaan van de Kunsthandel, bleef Laren-Blaricum een vast afzetpunt. Door de beperktheid van zijn onderwerpen bleef hij interieurs schilderen.